Home   ›   Mijn leven   ›   Online

Online

onlibe

Tijdens het opgroeien wordt je online leven steeds iets groter. Je houdt bijvoorbeeld makkelijk contact met anderen via sociale media, je speelt games op het internet, je komt veel filmpjes en muziek tegen en je doet misschien wel mee aan trends. Als je psychische problemen hebt is het fijn om meer te weten te komen over hun je problemen of om anderen te vinden die hetzelfde ervaren. Daar kan sociale media bij helpen als je op de juiste plek kijkt. Het online leven kan dus vele voordelen hebben, maar er zijn ook een paar dingen waar je goed op moet letten, zoals je schermtijd, nep-nieuws, je privacy en mensen met verkeerde bedoelingen. Lees hieronder waar je op kan letten om te zorgen dat jij het beste haalt uit je online leven.

 

Controleer of de informatie betrouwbaar is

Helaas is niet alles dat op het internet staat helemaal waar. Ten eerste zijn er mensen die niet eerlijk vertellen dat zij betaald krijgen voor het positief praten over een product of het in beeld brengen van een merk. Dit noemen we sluikreclame en wordt veel gedaan door bijvoorbeeld influencers. Probeer te kijken of er ergens staat dat deze persoon gesponsord wordt door een bedrijf. Dan weet je dat die persoon misschien niet helemaal eerlijk is over hoe goed een product of service je kan helpen. Bedenk ook dat veel dingen die gepromoot worden niet perse helpen.

Ten tweede kun je nepnieuws tegenkomen. Dit is informatie die misleidend is en niet klopt. Met nepnieuws kun je zorgen voor onrust of kun je mensen tegen elkaar op zetten. Een andere reden om nepnieuws te verspreiden is om geld te verdienen. Je hebt misschien wel eens gehoord van clickbait. Dit zijn teksten die zo zijn geschreven dat ze veel mensen verleiden om erop te klikken. Bijvoorbeeld: “Onderzoekers vonden iets schokkends over jongeren met autisme!”. Door iedereen die erop klikt wordt er geld verdient via het laten zien van reclame. Omdat iedereen informatie kan zetten op het internet, is het moeilijker om te zien of informatie nep of echt is. Zo kan iedereen content delen over wat volgens hen diagnoses zoals ADHD betekenen. Ook geloven we informatie sneller als: veel mensen het leuk vinden of delen, als er naast foute informatie ook kloppende informatie in staat, en als het past bij onze eigen mening.

Wil je controleren of de informatie klopt? Let dan op deze punten:

  • Check of de persoon echt bestaat. Bijvoorbeeld: als een account pas kortgeleden is gemaakt of iemand geen gedeelde vrienden met je heeft, is de kans groot dat deze nep is.
  • Bedenk met welk doel het bericht gemaakt is. Bijvoorbeeld: heeft de maker een voordeel van het bericht of is het een grapje zoals bij De Speld?
  • Bekijk welke bronnen er zijn gebruikt. Bijvoorbeeld: Komt de informatie overeen met de bron? Hoe goed is het onderzoek? Als het op weinig mensen gebaseerd is kun je de uitspraak niet zomaar toepassen op een grote groep mensen. Als het om een diagnose gaat: heeft er ook een deskundige naar gekeken?
  • Bekijk waar een afbeelding vandaan komt. Bijvoorbeeld: gebruik reverse image search om te zien waar een afbeelding of profielfoto vandaan komt.

Ten derde, kan er met kunstmatige intelligentie informatie, geluid en beelden worden gemaakt die heel echt lijken. In het Engels heet dit artificiële intelligentie (AI). Als je wilt weten of een met AI gemaakt foto of filmpje (deepfake) nep is, kun je hierop letten:

  • Knipperen de ogen niet?
  • Klopt de schaduw en het licht niet, bijvoorbeeld op het gezicht?
  • Vervaagt het beeld, bijvoorbeeld bij bewegende armen?
  • Beweegt de mond op een niet natuurlijke manier?
  • Kloppen de bewegingen van het lichaam niet met die van het hoofd?
  • Is het hoofd te groot of klein voor het lichaam?
  • Bewegen de randen van het gezicht?
  • Heeft een hand te veel vingers, vingers die allemaal even lang zijn of vingers die in een rare houding staan?

Als je veel van deze vragen met ja kunt beantwoorden, is de afbeelding of het filmpje waarschijnlijk nep. Als je twijfelt of een filmpje, afbeelding of informatie echt is, verspreid deze dan niet verder.

Wees je bewust van je eigen bubbel

Algoritmes bepalen voor een deel wat jij te zien krijgt op internet. Als jij vaak een bepaald soort filmpjes kijkt via sociale media, krijg jij die steeds vaker te zien. Het gebeurt ook bij je zoekmachine en reclame. Jij krijgt bovenaan websites en producten te zien die het beste passen bij wat je hiervoor ook allemaal bekeken hebt. Hierdoor vind je waarschijnlijk sneller dingen die je leuk of interessant vindt, maar je komt ook langzaam in een bubbel terecht. Dit kan ervoor zorgen dat je weinig berichten ziet die niet passen bij wat je eerder bekeek. Als je dingen steeds vaker ziet ga je er ook meer in geloven en ze normaler vinden. Terwijl je dingen die je minder vaak ziet juist steeds raarder kan vinden. Omdat dit langzaam gebeurt heb je het niet altijd door. Zo kan jij bijvoorbeeld steeds vaker filmpjes over ADHD zien, waardoor je denkt dat je het misschien zelf ook hebt. Je zoekresultaten en tijdlijn zijn dus niet neutraal, waardoor je ook minder de kans krijgt om kritisch te zijn en je in te leven in andere meningen of ervaringen. Hier zijn een paar tips als je uit je eigen bubbel wilt komen:

  • Gebruik verschillende soorten media en media van verschillende makers.
  • Luister naar of lees over meningen waar je het niet mee eens bent of die je nog niet eerder hebt gehoord. Hetzelfde geldt voor ervaringen of problemen die je zelf (nog) niet hebt meegemaakt.
  • Gebruik een incognito venster om anoniem te zoeken.
  • Gebruik een zoekmachine zoals DuckDuckGo, die niet jouw internetgedrag registreert om te bepalen welke zoekresultaten jij krijgt.
  • Accepteer cookies niet, maar verwijder ze en blokkeer ze met een adblocker. Cookies zijn namelijk kleine stukjes informatie over jou die worden opgeslagen.

Beperk je schermtijd: voorkom verslaving

Misschien merk je wel eens dat je langer achter een scherm zit dan je van plan was. Dat is niet gek, sociale media, televisie en games zijn namelijk gemaakt om je aandacht zo lang mogelijk vast te houden. Dit doen ze bijvoorbeeld door geluiden, rode bolletjes en beloningen (zoals likes). Het is daarom belangrijk om hier af en toe voor jezelf over na te denken. Merk je dat je last krijgt van je rug, nek of ogen, dat je minder naar buiten gaat, dat je het gevoel hebt te móeten kijken naar een melding, dat je last hebt van FOMO (fear of missing out), of dat je zonder gedachten of plezier scrolt? Probeer dan de volgende dingen uit:

  • Wissel je schermtijd af met andere activiteiten, zoals naar buiten gaan, een boek lezen of afspreken met een vriend.
  • Wissel je houding af, door bijvoorbeeld af en toe te gaan staan. Laat ook je hoofd niet hangen en zorg dat het scherm op ooghoogte is.
  • Zet bepaalde meldingen uit. Zet je mobiel bijvoorbeeld op stil of zet de push-notificaties van apps uit. Zo word je minder afgeleid.
  • Maak afspraken met jezelf en met anderen over momenten waarop je niet achter je scherm gaat zitten. Dit maakt je bewuster en zorgt ervoor dat een ander je kan helpen. Kies er bijvoorbeeld voor om je mobiel niet tijdens het eten te gebruiken.
  • Stel je schermtijd in via de instellingen (Android: ‘Digitaal welzijn’ & iPhone: ‘Schermtijd’).
  • Gebruik een scherm niet meer in het uur voordat je gaat slapen. Het blauwe licht van schermen, het dichtbij houden van een scherm, het liggen voor een scherm, en het grote contrast van licht met je omgeving zorgt ervoor dat je minder goed kan slapen. De volgende dag zul je dan dus moe, en minder scherp en sociaal zijn. Als je het moeilijk vindt om niet je mobiel te gebruiken, leg je mobiel dan ver van je weg of buiten je slaapkamer voordat je gaat slapen.
  • Gebruik nooit je mobiel als je in het verkeer bent. Je kunt hier een boete voor krijgen en het kan zorgen voor gevaarlijke situaties. Wacht dus met het lezen van een nieuw bericht totdat je veilig bent waar je moet zijn. Je hebt op de fiets of in een auto echt je volledige aandacht nodig voor het verkeer.

Lees meer over verslaving.

onlibe

Wees aardig en respectvol en draag bij aan het voorkomen van psychische problemen bij leeftijdsgenoten

De online-wereld kan je soms veel stress geven, zeker als je al psychische klachten ervaart. Hoe jij je gedraagt op het internet heeft ook weer invloed op hoe iemand anders zich mentaal voelt. Om te zorgen dat het online leven voor iedereen leuk blijft is het belangrijk dat we aardig en respectvol met elkaar omgaan. Zo draag je bij aan het voorkomen van psychische problemen bij je leeftijdsgenoten. Dit doe je bijvoorbeeld door:

  • Toestemming te vragen om beelden van een ander te delen en op te letten dat je een ander niet zonder toestemming op een foto of filmpje zet.
  • Geen kwetsende informatie, stereotypen, plaatjes of filmpjes door te sturen, want je bent medeverantwoordelijk voor de gevolgen. Rapporteer deze berichten wel.
  • Je te bedenken, voordat je reageert op iemand, hoe jij behandeld zou willen worden en behandel een ander ook zo. Als je boos bent kun je dus beter heel even wachten met reageren op iemand voordat je iets zegt waar je spijt van kan krijgen.
  • Iemand te helpen die hulp nodig heeft. Kom bijvoorbeeld voor een ander op als iemand nare opmerkingen over hen maakt. Als iemand verdrietig is kun je die persoon op vrolijken of troosten via sociale media.
  • Positief te reageren op andere mensen die lieve dingen zeggen online, zodat je anderen aanmoedigt om aardig te zijn online.

Praat met iemand over vervelende online situaties

Online kun je verschillende vervelende situaties meemaken, zoals haatberichten, bedreigingen, doxing, online pesten, shaming, exposing, trollen, discriminatie, hatespeech of cancelen. Lees hier een uitleg

Wanneer je zelf online iets vervelends meemaakt kan dit zorgen voor psychische klachten. Hierover praten met iemand die jij vertrouwt is goed en normaal. Het kan bijvoorbeeld opluchten om er met je ouders over te praten.

Bedenk je dat veel dingen positiever worden gebracht dan ze zijn

Op sociale media lijken veel dingen mooier dan ze in het echt zijn. Vaak delen mensen vooral de leuke dingen uit hun leven en bijvoorbeeld niet hun psychische klachten, waardoor ze gelukkiger lijken. Deze leuke dingen worden dan ook nog wat mooier gebracht door bijvoorbeeld foto’s te bewerken. We noemen dit beautification en dit kan je soms onzeker of jaloers maken. Het kan je somber laten voelen, omdat je het gevoel krijgt dat jouw leven niet zo mooi is als die van je leeftijdsgenoten of influencers. Probeer je dan te bedenken dat dit “perfecte” beeld niet echt is. Het kan zijn dat de ander ook psychische klachten heeft, maar deze niet deelt. Ook kunnen mensen veilig en betrouwbaar lijken terwijl ze dat niet zijn. Spreek dus nooit met iemand af die je alleen online kent. Als je wel met iemand wilt afspreken kun je dit beter op een drukke plek doen en met iemand die je kent erbij.

Bekijk ook deze websites

Algemene vragen over social media gebruik

Met sociale media kan je ontzettend veel. Het is dan ook niet gek als je over sommige dingen vragen hebt. Met deze link vind je betrouwbare informatie over onderwerpen als gamen, online-vrienden en privacy.

Zelfdiagnostisering

Misschien denk je dat je een depressie, autisme of iets anders hebt door een post of filmpje op sociale media. Vaak kloppen deze filmpjes niet. Dat zie je in deze TikTok-video. Heb je er wel echt last van, ga dan naar een professional om dit te bespreken.

Geloof niet alles wat je ziet op social over adhd en autisme

Op sociale media staan ook regelmatig posts of filmpjes over bijvoorbeeld ADHD of autisme. Het is goed om te onthouden dat die filmpjes niet altijd waar zijn of kloppen. Hier wordt uitgelegd waarom.

Nepnieuws

Dat niet alles op het internet waar is, weet je vast al. Het is alleen niet altijd even makkelijk om te herkennen wat echt en wat nep is. Deze link geeft je tips om daar sneller achter te komen.

Direct hulp nodig?